Met voldoening presenteren wij de derde begroting van deze raadsperiode. In 2017 zijn de uitgaven en inkomsten in evenwicht, en voor de jaren er na verwachten wij royale overschotten. Alle in de Kadernota 2016 aangekondigde plannen en belangrijke autonome ontwikkelingen zijn verwerkt. Wij hebben de lasten voor onze inwoners daarvoor niet extra hoeven verhogen. De aanslag onroerende zaakbelasting komt lager uit dan in 2016, zolang de stijging van de woningwaarde niet boven de 6% uitkomt. De ontwikkeling van de woonlasten in totaliteit (onroerende zaak-belasting, rioolrecht en afvalstoffenheffing) ligt in 2017 gemiddeld genomen rond het inflatiepercentage van 1,1%.

Heel positief is dat de risico’s zijn afgenomen, en dat een te verwachten nadeel op de BUIG van € 2,5 mln nu in de begroting is verwerkt. Tegenover de afname van de risico’s staat een toename van de middelen die we kunnen inzetten om risico’s op te vangen. Dit maakt dat ons weerstandsvermogen, dat al uitstekend was, nog verder is toegenomen.

De schulden blijven onder de € 160 mln. Dit is inclusief de nieuwe, sinds de Kadernota verder uitgewerkte plannen. Het niveau van de schuld ligt ongeveer € 10 mln lager dan het niveau waarvan in de afgelopen 5 jaar werd uitgegaan. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de grote gebiedsontwikkelingen, met name de ontwikkeling van het Stationsgebied, hierin nog niet volledig zijn meegenomen. Als definitief wordt besloten tot de herinrichting van het Stationsgebied zal de schuld vrijwel zeker oplopen. Het jaar 2017 wordt gebruikt om verschillende scenario’s te onderzoeken. Wij bekijken daarbij de mogelijkheden van inpassing in bestaande investeringsprogramma’s en andere budgetten, en onderzoeken of andere partijen mee willen investeren.

De algemene reserve bedraagt eind 2017 € 68 mln. Dat betekent dat de algemene reserve in deze raadsperiode met € 20 mln is toegenomen. Dit is mede te danken aan het feit dat wij budgetten, waaronder geen actuele bestedingsplannen liggen, naar deze reserve hebben laten terugvloeien. Een logisch gevolg van dit nieuwe, transparante budgettaire beleid (de ‘beukennotenwet’) is dat het ook kan voorkomen dat er middelen uit de algemene reserve moeten worden gehaald om een incidenteel tekort te dekken. Dat is in 2017 het geval en gebeurt niet zonder toestemming van de gemeenteraad.

De optelsom van al deze positieve ontwikkelingen is een robuuste begroting 2017 met verder uitgewerkte Kadernotaplannen, belangrijke autonome ontwikkelingen en geactualiseerde rijksuitkeringen, lonen en kapitaallasten. De in de afgelopen jaren teruggebrachte ambtelijke capaciteit is in verhouding gebracht met de huidige ambities van de gemeente. De voorgenomen bezuiniging op de formatie is verlaagd, en er is rekening gehouden met een versterking en uitbreiding van de personele capaciteit.

Een belangrijk onderdeel van de begroting is het investeringsprogramma. De Kadernota-plannen die in de investeringssfeer liggen zijn daarin verwerkt. Ons investeringsprogramma bestaat in hoofdzaak uit investeringen in de openbare ruimte (wegen, verlichting, waterwegen en groen) en onderwijshuisvesting. De investeringen in onderwijshuisvesting zijn gebaseerd op een actueel onderwijshuisvestingsplan. De investeringen in de openbare ruimte hebben hun basis in meerjarige onderhoudsplannen. Zo zorgen wij er voor dat de kwaliteit van onze omgeving op peil blijft. Tegelijkertijd is het gelukt in totaal 7% op de verschillende investeringsposten te bezuinigen.

Het overzicht hieronder brengt in beeld hoe de financiën zich ontwikkelen van gewijzigde begroting 2016 (jaarschijf 2017) via Kadernota tot begroting 2017.

Van begroting 2016 naar begroting 2017

2017

2018

2019

2020

Gewijzigde begroting 2016-2019

-1.382

-2.070

-740

-2.565

Kadernota 2016

1.159

444

-331

1.067

Begroting 2017 volgens Kadernota 2016

-223

-1.626

-1.071

-1.498

Mutaties Kadernotaplannen 2016

257

1.455

1.991

834

Autonome ontwikkelingen

803

584

-864

-2.443

Technische mutaties

-837

-671

-885

-624

Begroting 2017

0

-259

-830

-3.732

De mutaties die ten opzichte van de Kadernota in deze begroting zijn verwerkt lichten wij hieronder toe.

Mutaties Kadernota-plannen 2016

2017

2018

2019

2020

Stationsgebied

200

Arenapark

450

150

Anna's Hoeve inrichtingsvisie 

4

-18

-40

Anna's Hoeve duurzaamheid

-450

-348

98

98

Verlaging bezuiniging personeel en verlaging frictie

-330

290

453

566

Terugdraaien onttrekking algemene reserve (ISV)

251

1.100

1.200

0

Overige verschillen

136

259

258

210

Totaal

257

1.455

1.991

834

Stationsgebied
Sinds de Kadernota zijn forse stappen gezet in de uitwerking van de visie op het Stationsgebied. Grove kostenramingen voor de voorbereidende fase zijn verder verfijnd. Hieruit komt naar voren dat de kosten voor 2017 € 200.000 hoger zullen zijn dan bij de Kadernota aangegeven.

Arenapark
In de Kadernota waren voor het Arenapark nog geen lasten geraamd. In 2017 wordt voor het Arenapark een nieuw Masterplan opgesteld. Naast het Masterplan wordt in 2017 ook een milieu-effectrapportage, een voorlopig beeldkwaliteitsplan en een voorlopig schetsontwerp opgesteld. Hiervoor is in 2017 een bedrag van € 450.000 en in 2018 een bedrag van € 150.000 geraamd.

Anna’s Hoeve duurzaamheid
In het masterplan van Anna’s Hoeve speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Op basis van in 2016 gehouden onderzoeken naar zonneweides en een duurzame en innovatieve inrichting van de openbare ruimte is in het investeringsprogramma 2017 een bedrag van € 850.000 opgenomen, verdeeld over 2017 en 2018. Omdat het, in tegenstelling tot wat in de Kadernota stond, om investeringen gaat, die over een reeks van jaren kunnen worden afgeschreven, komen de lasten lager uit.

Anna’s Hoeve inrichtingsvisie
Hetzelfde geldt voor de herinrichting van het gebied Anna’s Hoeve tot natuur en recreatiegebied. De bedragen voor voorbereidingskosten en recreatie-maatregelen zijn investeringen waarvan de lasten over meerdere jaren worden gespreid in plaats van dat ze geheel ten laste van het begrotingsjaar komen.

Verlaging bezuiniging personeel en verlaging frictiekosten
De bezuinigingen op het personeel met 25 formatieplaatsen, die in de begroting 2016 was verwerkt, hebben wij teruggebracht met 10 formatieplaatsen. Daartegenover hebben wij de frictiekosten met € 550.000 verlaagd. De versterking en uitbreiding van de formatie hebben wij door verschuivingen binnen het personeelsbudget kunnen dekken.

Terugdraaien onttrekking algemene reserve (ISV)
In de Kadernota hebben wij aangegeven de vrijvallende ISV-middelen (€ 3,4 mln) in te willen zetten voor de nieuwe plannen. Dit is gekoppeld aan de nieuwe financiële spelregel dat alle, niet met actueel beleid onderbouwde budgetten naar de algemene reserve toevloeien en vervolgens met toestemming van de gemeenteraad weer ingezet kunnen worden. Bij de opstelling van de begroting is gebleken dat er in 2017 sprake is van een tekort, maar in alle andere jaren van een overschot. De voor de jaren 2018 en 2019 geplande onttrekking uit de algemene reserve is dus niet nodig, en voor het jaar 2017 gaat het om een lager bedrag (€ 0,8 mln i.p.v. € 1,1 mln). De algemene reserve zal daardoor met per saldo € 2,6 mln toenemen (€ 3,4 mln -/- € 0,8 mln). Dit heeft een positief effect op ons weerstandsvermogen.

Autonome ontwikkelingen

2017

2018

2019

2020

Inkomensregelingen

2.500

2.000

1.000

0

Invoering omgevingswet

333

333

333

Overige verschillen

-2.030

-1.749

-2.197

-2.443

Totaal

803

584

-864

-2.443

De opvallendste post binnen de autonome ontwikkelingen is de lagere rijksbijdrage voor de inkomensregelingen. De verwachte toename van het aantal uitkeringen leidt waarschijnlijk tot een flink tekort op het BUIG-budget. Wij hebben dit nadeel voorzichtigheidshalve in de begroting willen verwerken in plaats van het op te nemen in de risicoparagraaf. Een andere grote ontwikkeling is de nieuwe omgevingswet. Deze zal vergaande gevolgen hebben voor de wijze waarop we nu als organisatie ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving begeleiden. De nieuwe omgevingswet treedt naar verwachting medio 2019 in werking. Wij hebben hiervoor in de periode 2017 – 2019 € 1 mln gereserveerd. Deels is dit bedrag bestemd voor de personele capaciteit die nodig is om ons voor te bereiden op de nieuwe wetgeving. De regel ‘overige verschillen’ is een optelsom van diverse mutaties. De grootste daarbinnen is het vrijvallen van de ruimte die wij ieder jaar voor de autonome en nominale ontwikkelingen reserveren (€ 2,2 mln). Omdat deze ontwikkelingen nu in de begroting verwerkt zijn, is de stelpost niet meer nodig.

Technische mutaties

2017

2018

2019

2020

Rente en afschrijving

-963

-781

-679

-417

Overige verschillen

126

110

-206

-207

Totaal

-837

-671

-885

-624

Binnen de technische mutaties springt de post rente en afschrijving in het oog. Jaarlijks worden deze kosten herberekend. Ons renteomslag-percentage is gedaald naar 1,5% (vorig jaar 3%). Daarmee worden de rentelasten van onze investeringen lager. Eén van de oorzaken hiervan is dat wij geen rente meer over ons eigen vermogen berekenen. Wij volgen hiermee de aanbeveling van de commissie BBV.

Alle overige verschillen lichten wij toe in hoofdstuk 7 van deze begroting.

In het overzicht hieronder is de begroting 2017 samengevat op thema-niveau. De onderste regel laat zien dat het jaar 2017 sluitend is en dat er vanaf 2018 sprake is van voordelige saldi. De jaren 2015 en 2016 zijn niet goed vergelijkbaar met de jaren 2017 en verder. Dit heeft te maken met de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording die met ingang van de begroting 2017 van kracht is geworden. Met name het op één plek verantwoorden van alle overheadkosten en het niet meer toerekenen van rente aan ons eigen vermogen en aan de voorzieningen leidt tot grote verschillen met voorgaande jaren. Daarnaast treden verschuivingen op tussen de programma’s door het feit dat de begroting in grotere taakgebieden wordt ingedeeld dan voor de wetswijziging: De gedetailleerdere subfuncties zijn vervangen door ruimere taakvelden.

bedragen x € 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Saldo

Saldo

Saldo

Saldo

Saldo

Saldo

Programma's en thema's

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Mooie stad

15.476

16.795

14.427

14.957

14.736

14.794

Levendige stad

8.362

8.758

8.131

7.938

7.672

7.467

Groene stad

8.155

6.679

4.490

4.255

4.264

4.219

Mutatie reserve

-2.056

354

-704

-538

-439

-321

1. Wonen en leven

29.937

32.586

26.344

26.613

26.234

26.160

Publieke gezondheid

13.349

8.291

8.916

8.489

8.459

8.459

Preventie jeugd & Onderwijs

10.752

13.445

10.753

10.967

11.023

11.032

Geïndiceerde zorg

45.466

55.761

50.351

49.617

49.864

49.942

Mutatie reserve

234

-2.202

-1.507

-11

-11

-11

2. Zorg

69.801

75.295

68.514

69.063

69.336

69.423

Ondernemende stad

2.495

3.164

1.904

1.737

1.812

2.441

Werkende stad

12.901

12.762

11.191

10.624

10.285

9.579

Sociale stad

12.331

10.199

10.524

9.626

8.629

7.631

Bereikbare stad

1.415

515

-1.434

-1.315

-1.315

-1.365

Mutatie reserve

-840

-762

-356

-156

-100

0

3. Werken

28.302

25.878

21.829

20.516

19.312

18.286

Veilige stad

8.889

11.062

9.596

9.463

9.427

9.421

Dienstverlening

2.505

2.143

685

709

1.236

996

Effectief en efficiënt bestuurde stad

10.860

11.308

27.922

27.199

26.716

26.447

Mutatie reserve

-902

-1.200

16

203

-47

-47

4. Bestuur

21.352

23.313

38.220

37.574

37.332

36.817

Financiële huishouding

-135.342

-145.346

-135.789

-135.503

-134.910

-134.600

Lokale belastingen

-17.079

-17.147

-18.528

-18.917

-19.305

-19.701

Grondexploitaties en vastgoed

-5.784

1.239

736

423

1.173

-115

Mutatie reserve

-227

-512

-1.327

-26

0

0

5. Financiën en grondexploitaties

-158.432

-161.766

-154.908

-154.024

-153.043

-154.417

Totaal

-9.040

-4.694

0

-259

-830

-3.732