Ongebonden lokale heffingen (niet gerelateerd aan kostendekkendheid)
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De onroerende zaakbelastingen zijn voor zowel woningen als niet-woningen gebaseerd op de verwachte loon- en prijsstijgingen (2017: 1,1%, in de periode 2018-2020: 2%). De totale opbrengst OZB is voor 2017 geraamd op € 19.026.000. Gegeven de nu bekende totale WOZ-waarde komt de OZB-aanslag bij een gemiddelde woningwaarde van € 251.103 uit op € 234,53. Bij niet woningen-gebruikers komt de aanslag bij een WOZ-waarde van € 588.000 uit op € 1.015,48. En bij niet-woningen eigenaren op € 1.387,09. Als in januari van het begrotingsjaar de aanslag wordt opgelegd, gebeurt dat altijd op basis van de dan bekende waarde, die zowel naar boven als naar beneden kan afwijken.
Woningen | | | Verschil | |
Omschrijving | 2016 | 2017 | t.o.v. 2016 | % |
Gemiddelde woningwaarde | 236.890 | 251.103 | 14.213 | |
Onroerende-zaakbelasting eigenaren | 235,94 | 234,53 | -1,41 | -0,6% |
Niet - woningen gebruikers | | | Verschil | |
Winkel (voorbeeld) | 2016 | 2017 | t.o.v. 2016 | % |
Waarde | 600.000 | 588.000 | -12.000 | |
OZB aanslag | 1.066,20 | 1.015,48 | -50,72 | -4,8 |
Niet - woningen eigenaren | | | Verschil | |
Winkel (voorbeeld) | 2016 | 2017 | t.o.v. 2016 | % |
Waarde | 600.000 | 588.000 | -12.000 | |
OZB aanslag | 1.305,60 | 1.387,09 | 81,49 | 6,2 |
Het is zowel in Hilversum als in de rest van Nederland gebruikelijk om bij niet-woningen (bedrijfspanden) de opbrengst die we als gevolg van leegstand niet ontvangen door te berekenen in de tarieven. Tot en met 2016 werd de leegstand van niet-woningen verrekend met de gebruikerstarieven. Met ingang van 2017 gaan wij er toe over om de verwachte leegstand gelijkelijk te verdelen over eigenaren en gebruikers. Zo drukken de kosten van leegstand op een grotere groep belastingbetalers. In die gevallen waarin de eigenaar ook gebruiker van het pand is, maakt het geen verschil. Deze wijziging van het beleid leidt tot een verschuiving tussen de aanslag voor gebruikers en eigenaren niet-woningen.
Hondenbelasting
De hondenbelasting is gebaseerd op de verwachte loon- en prijsstijgingen (2017: 1,1%, in de periode 2018-2020: 2%). De geraamde opbrengst voor het jaar 2017 bedraagt € 473.000.
Precariobelasting
De precariobelasting is gebaseerd op de verwachte loon- en prijsstijgingen (2017: 1,1%, in de periode 2018-2020:2%). De geraamde opbrengst bedraagt voor het jaar 2017 € 305.000. In 2017 zetten we in op deregulering, waarbij we onder andere kijken naar de precario. In deze begroting is nog uitgegaan van ongewijzigd beleid.
Gebonden lokale heffingen (gerelateerd aan kostendekkendheid)
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe BBV-regels (zie ook de inleiding) is dat de overhead niet meer is verdeeld over de verschillende begrotingsprogramma’s en daardoor niet meer ‘automatisch’ op de plek (= taakveld) terecht komt waar de kosten van een bepaalde voorziening, bijvoorbeeld het riool, zijn verantwoord. De overheadkosten moeten dus apart, via een voor alle tarieven te gebruiken verdeelsleutel, aan de kosten van een voorziening worden toegerekend. In Hilversum gebeurt dat door middel van een standaardopslag op het uurtarief van de formatie, die belast is met de gemeentelijke heffingen. Die opslag is berekend door de totale overheadkosten te delen door het totaal aantal productieve uren van de gemeentelijke, personele formatie (fte's).
De opslag overhead per productief uur bedraagt in 2017:
Berekening opslag overhead 2017 | |
Geraamde overhead 2017 | € 24.105.444 |
Geraamde directe formatie 2017 | 364,7 |
Productieve uren per persoon | 1.332 |
Totaal productieve uren | 485.783 |
Berekende overhead per uur | € 49,62 |
Rioolheffing
Beleid
De uitgangspunten voor de exploitatie van het rioolstelsel en de manier waarop de kosten worden gedekt, zijn beschreven in het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP). In dit plan is rekening gehouden met het opbouwen van een spaarvoorziening om daarmee op termijn de vervangingsinvesteringen rechtstreeks uit de jaarlijkse opbrengst van de rioolheffing te kunnen betalen. Deze spaarvoorziening wordt deels opgebouwd uit de rioolheffing en deels via het bijschrijven van omslagrente. Daarnaast zetten wij de middelen in de egalisatiereserve in om het tarief stabiel en zo laag mogelijk te houden.
De verlaging van de renteomslag naar 1,5%, die het gevolg is van het feit dat we geen rente meer berekenen over ons eigen vermogen en over onze voorzieningen, heeft een aantal gevolgen voor de rioolexploitatie. Aan de kostenkant worden deze zichtbaar in de vorm van lagere kapitaallasten en een lagere toevoeging aan de spaarvoorziening, die deels door de omslagrente wordt gevoed. Beide hebben een positief effect op het tarief. Aan de inkomstenkant is er sprake van een nadeel: De rentetoevoeging aan de spaarvoorziening werd altijd uit de post bespaarde rente gedekt. Omdat deze post is weggevallen doordat we geen rente meer over eigen vermogen betalen, moet deze nu uit de rioolheffing worden gedekt. Dit heeft een negatief effect op het tarief.
Per saldo gaat het riooltarief omlaag, omdat het effect aan de kostenkant zwaarder weegt. De lagere renteomslag heeft een negatief effect op de spaarvoorziening. Deze groeit minder hard. Daarom gaan wij in 2017 onderzoeken wat een lagere groei van de spaarvoorziening voor gevolgen heeft op ons voornemen om in de toekomst alle vervangingsinvesteringen in de riolering rechtstreeks uit de jaarlijkse opbrengst van de rioolheffing te betalen.
Daarnaast hebben wij de conclusies van het onderzoek naar de kostendekking van het riooltarief laten meewegen in de tariefbepaling. Om te voorkomen dat het tarief volgend jaar te veel ineens moet stijgen om naar een kostendekkend niveau toe te groeien (zie de inleiding), zetten we de egalisatiereserve in 2017 incidenteel niet in, maar gaan we die vanaf 2018 gebruiken om de groei naar volledige kostendekking geleidelijk te laten verlopen.
Hoewel het riool-tarief niet volledig kostendekkend is, blijkt dat niet uit onderstaande kostenonderbouwing. Dat komt omdat het onderzoeksrapport naar de kostendekking nog niet definitief is, en wij een aantal posten die wij volgens dat rapport mogen meenemen in het tarief nu nog buiten beschouwing laten.
Alle mutaties bij elkaar opgeteld -inclusief de toename van het aantal aansluitingen- leiden tot een daling van het riooltarief ten opzichte van 2016 met 0,63%. Het totaal van de woonlasten (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing) laat een stijging zien die ongeveer op het niveau ligt van de inflatie (1,1%). Dat komt overeen met onze ambitie.
Berekening kostendekking rioolheffing | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Kosten taakveld, incl omslagrente | 7.263 | 7.263 | 7.263 | 7.263 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -115 | -115 | -115 | -115 |
Netto kosten taakveld | 7.148 | 7.148 | 7.148 | 7.148 |
Toe te rekenen kosten: | | | | |
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 575 | 575 |
- overhead incl. (omslag)rente | 699 | 699 | 699 | 699 |
- BTW | 254 | 254 | 254 | 254 |
Totale kosten | 8.676 | 8.676 | 8.676 | 8.676 |
Opbrengst heffingen | -8.676 | -8.676 | -8.676 | -8.676 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% | 100% |
Stand van voorziening 31 december | 1.056 | 1.056 | 1.056 | 1.056 |
Tarief | € 206,52 | € 206,52 | € 206,52 | € 206,52 |
% verandering (t-1) | -0,63% | 0% | 0% | 0% |
Het tarief voor 2017 wordt verlaagd van € 207,84 (2016) naar € 206,52.
Afvalstoffenheffing
Beleid
Het verwijderen van ons afval is uitbesteed aan de Regio Gooi en Vechtstreek. De begroting van de regio GV is bepalend voor het tarief afvalstoffenheffing. In eerste instantie moet Hilversum via die begroting toezien op een efficiënte en effectieve afvalinzameling, om daarmee de afvalstoffenheffing voor de burger zo stabiel en laag mogelijk te houden. Op rekeningbasis is er regelmatig sprake van overschotten. Vanwege het structurele karakter hiervan anticiperen wij daarop bij de bepaling van de hoogte van de tarieven afvalstoffenheffing. Dit is in lijn met een gerechtelijke uitspraak hierover.
Daarnaast zetten wij de middelen in de egalisatiereserve in om de afvalstoffen-tarieven zo stabiel en laag mogelijk te houden.
Bij de afvalstoffenheffing spelen twee ontwikkelingen: De begroting van de Grondstoffen- en Afvalstoffen Dienst (GAD) neemt toe in omvang. Ook zien wij de rekeningoverschotten afnemen. Wij hebben hier onze tariefberekening op afgestemd. Om te voorkomen dat het tarief volgend jaar te veel ineens moet stijgen in verband met de huidige onderdekking (zie de inleiding), zetten we de egalisatiereserve in 2017 voor een lager bedrag in, en gebruiken de ruimte die we daardoor overhouden om vanaf 2018 geleidelijk toe te groeien naar volledige kostendekking.
Hoewel de tarieven afvalstoffenheffing niet volledig kostendekkend zijn, blijkt dat niet uit onderstaande kostenonderbouwing. Dat komt omdat het onderzoeksrapport naar de kostendekking nog niet definitief is, en wij een aantal posten die wij volgens dat rapport mogen meenemen in het tarief nu nog buiten beschouwing laten.
In de berekening van het tarief en de informatie hierover in onderstaande tabel is rekening gehouden met de nieuwe BBV-regels. Het tarief afvalstoffenheffing stijgt met 2,69%.
Het totaal van de woonlasten (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing) laat een stijging zien die ongeveer op het niveau ligt van de inflatie (1,1%). Dat komt overeen met onze ambitie.
Berekening kostendekking afvalstoffenheffing | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Kosten taakveld, incl omslagrente | 8.019 | 8.161 | 8.401 | 8.593 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -300 | -300 | -300 | -300 |
Netto kosten taakveld | 7.719 | 7.861 | 8.101 | 8.293 |
Toe te rekenen kosten: | | | | |
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 575 | 575 |
- overhead incl. (omslag)rente | 0 | 0 | 0 | 0 |
- mutatie reserve | -382 | -291 | -292 | -239 |
- BTW | 748 | 748 | 748 | 748 |
Totale kosten | 8.660 | 8.893 | 9.132 | 9.377 |
Opbrengst heffingen | -8.660 | -8.893 | -9.132 | -9.377 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% | 100% |
Stand van de reserve 31 december | 1.198 | 907 | 615 | 376 |
Tarief 1 persoonshuishouden | € 167,46 | € 171,96 | € 176,58 | € 181,32 |
Tarief 2 persoonshuishouden | € 222,79 | € 228,77 | € 234,92 | € 241,23 |
Tarief meerpersoonshuishouden | € 277,87 | € 285,33 | € 293,00 | € 300,87 |
% verandering (t-1) | 2,69% | 2,69% | 2,69% | 2,69% |
In de egalisatiereserve zat een bedrag voor ondergrondse afvalinzameling van € 2 miljoen. Dit bedrag bleek niet volledig nodig. De werkelijke kosten voor de afvalinzameling van Kerkelanden en het Centrum kwamen uit op € 93.000 en € 538.000. In totaal blijft er dus € 1.369.000 in de reserve achter, die we via de afvalstoffen-tarieven teruggeven aan onze inwoners.
Marktgelden
Beleid
Uit de kostenonderbouwing voor het markttarief (zie overzicht hierna) blijkt dat ons tarief te laag is in verhouding tot de kosten die wij voor de Markt maken. Wij willen dat voor 2017 zo laten, in verband met de overlast die de Markt in 2016 heeft ondervonden door de herinrichting van het marktterrein. Dat neemt niet weg dat ook voor de Markt geldt dat het uitgangspunt is om naar volledige kostendekking te gaan. Gelet op het feit dat onze markt-tarieven relatief laag zijn in vergelijking met de regiogemeenten is dat een logische stap.
Berekening kostendekkendheid marktgelden | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Kosten taakveld | 161 | 143 | 143 | 143 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netto kosten taakveld | 161 | 143 | 143 | 143 |
Toe te rekenen kosten: | | | | |
- via andere taakvelden | 11 | 41 | 41 | 41 |
- Overhead | 63 | 63 | 63 | 63 |
- BTW | 20 | 16 | 16 | 16 |
Totale kosten | 255 | 263 | 263 | 263 |
Opbrengst heffingen | 243 | 243 | 243 | 243 |
Dekkingspercentage | 95% | 92% | 92% | 92% |
Graf - en begraafrechten
De realisatie van het crematorium op 1 augustus 2016 heeft geleidt tot de intrekking van de Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2016 (raadsbesluit 13 juli 2016). De datum van intrekking ligt op 1 augustus 2016, dan wel zoveel later als de overdracht van de feitelijke werkzaamheden naar de Uitvaartstichting Hilversum plaatsvinden. Er is een overgangsregeling vastgesteld, om er zeker van te zijn, dat wij als gemeente de heffingen en invorderingen van vóór de intrekkingsdatum toch nog kunnen opleggen.
Parkeerbelastingen
Beleid
Er is sprake van een tweetal parkeertarieven. De tarieven voor straat-parkeren en voor vergunningen. Deze kunnen los van de kosten van de parkeerexploitatie worden bepaald. En daarnaast kennen wij de naheffingsaanslag parkeerbelastingen als iemand niet heeft betaald voor straat-parkeren.
De parkeertarieven voor straat-parkeren en voor vergunningen passen wij niet aan, maar handhaven die op het niveau van 2016.
Het tarief voor de naheffingsaanslag is wettelijk gemaximeerd (in 2017 op € 61,-). Het wettelijk maximum mag alleen worden berekend als de kosten hiertoe aanleiding geven. De kosten in Hilversum van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen zijn bij een tarief van € 60,90 volledig gedekt.
Berekening kostendekking naheffingen parkeren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Kosten taakveld, incl omslagrente | 705 | 705 | 705 | 705 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netto kosten taakveld | 705 | 705 | 705 | 705 |
Toe te rekenen kosten: | | | | |
- overige toe te rekenen kosten | 48 | 48 | 48 | 48 |
- overhead incl. (omslag)rente | 215 | 215 | 215 | 215 |
- BTW | 103 | 103 | 103 | 103 |
Totale kosten | 1.071 | 1.071 | 1.071 | 1.071 |
Opbrengst heffingen | -1.071 | -1.071 | -1.071 | -1.071 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% | 100% |
Tarief | | | | |
Naheffingsaanslag parkeren | € 60,90 | € 60,90 | € 60,90 | € 60,90 |
Leges
Beleid
De legesverordening bevat de tarieven voor een veelheid van gemeentelijke producten en diensten.
De verordening is opgedeeld in titels. In elke titel is een bepaalde categorie gemeentelijke producten ondergebracht. De wettelijke eis is dat kostendekking op het niveau van de verordening als geheel niet meer bedraagt dan 100%. De berekening per titel geeft inzicht in de mate van kostendekking per categorie producten en diensten. Dit geeft ook inzicht in de mate van kruissubsidiëring. Hiervan is sprake als er titels zijn waarbij de kostendekking meer dan 100% bedraagt en titels waarbij de kostendekking onder dat niveau ligt. In enkele gevallen worden de tarieven bij wet vastgesteld. Voor de omgevingsvergunning blijft het huidige tarief van 3,4 % van de bouwsom gehandhaafd. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de legesverordening.
| | | Kosten |
Omschrijving | Lasten | Baten | dekkend heid % |
Algemene dienstverlening | € 1.994.265 | € 1.689.811 | 84,7% |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | € 2.862.886 | € 2.703.000 | 94,4% |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | € 99.842 | € 56.000 | 56,1% |
Totaal | € 4.956.993 | € 4.448.811 | 89,7% |
waarvan totale overhead | € 1.686.103 | | |
waarvan btw | € 58.017 | | |
Havengelden
Beleid
De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. Het overgrote deel is afkomstig van woonschepen. Van recreatievaart is nauwelijks meer sprake en ook het vrachtverkeer neemt af. Kostendekkende tarieven zijn niet haalbaar. De gemeentelijke tarieven zijn nu al vergelijkbaar of hoger dan de commerciële tarieven van de particuliere havens in de omgeving. Daarnaast bieden particuliere havens meer faciliteiten en toezicht. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de verordening havengelden.
Berekening kostendekking havengelden | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Kosten taakveld, incl omslagrente | 529 | 500 | 500 | 500 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -25 | -25 | -25 | -25 |
Netto kosten taakveld | | 504 | 475 | 475 | 475 |
Toe te rekenen kosten: | | | | | |
- overhead incl. (omslag)rente | | 125 | 125 | 125 | 125 |
- BTW | | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale kosten | | 629 | 600 | 600 | 600 |
Opbrengst heffingen | | 19 | 19 | 19 | 19 |
Dekkingspercentage | | 3% | 3% | 3% | 3% |
Inkomsten uit lokale heffingen
In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit lokale heffingen weergegeven
| | | | bedragen x € 1.000 |
Ongebonden Heffingen: | | | | | | |
Onroerende-Zaakbelastingen | 18.595 | 18.818 | 19.026 | 19.407 | 19.795 | 20.191 |
Hondenbelasting | 463 | 468 | 473 | 473 | 473 | 473 |
Precariobelasting | 365 | 301 | 305 | 305 | 305 | 305 |
Gebonden Heffingen: | | | | | | |
Rioolheffing | 8.523 | 8.600 | 8.676 | 8.676 | 8.676 | 8.676 |
Afvalstoffenheffing | 7.721 | 8.280 | 8.660 | 8.893 | 9.132 | 9.377 |
Marktgelden | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 |
Graf- en begraafrechten | 1.152 | 1.236 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opbrengsten parkeervoorzieningen en garages | 3.610 | 2.927 | 2.927 | 2.927 | 2.927 | 2.927 |
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen | 1.100 | 1.025 | 1.025 | 1.025 | 1.025 | 1.025 |
Leges bouwvergunningen c.a. | 2.200 | 3.792 | 2.592 | 1.592 | 1.592 | 1.592 |
Leges burgerlijke stand (inclusief huwelijken/partnerschap) | 205 | 203 | 203 | 203 | 203 | 203 |
Leges rijbewijzen/paspoorten/identiteitskaart | 997 | 971 | 1.309 | 1.257 | 775 | 617 |
Leges gemeentelijke basisregistratie | 150 | 190 | 204 | 204 | 202 | 202 |
Overige leges en heffingen | 148 | 148 | 148 | 148 | 148 | 148 |
Totaal | 45.472 | 47.202 | 45.791 | 45.353 | 45.496 | 45.979 |